Privacy

Experts ontmoetten elkaar bij Industriedag St. Stapelbouw

 

Op 16 november 2022 heeft na 12 jaar weer een Stapelbouw Industrie dag plaatsgevonden. Contribuanten en participanten van de Stichting zijn gedurende middag in een volle zaal bijgepraat over de diverse ontwikkelingen op het gebied van technische onderzoek en normeringen. De middag is afgerond met een discussie onder leiding van Titia Siertsema (NVTB) over de ontwikkelingen in de markt, zoals krapte op de arbeidsmarkt, de hoge inflatie, en de mogelijke gevolgen hiervan voor gestapelde constructies. Tot slot was er de mogelijkheid tot netwerken onder genot van een drankje.

 

De inloop startte om 13.00 uur met een lunch tot 13.30 uur. De Bestuursvoorzitter van Stichting Stapelbouw, dhr. E. van Hal (KNB), gaf de aftrap voor de middag toen iedereen in de zaal had plaatgenomen.

Dhr. Van Hal memoreerde aan het ruim 34-jarig bestaan van de stichting, de founding fathers (KNB en VNK) van de stichting, de reden van de oprichting van de stichting als financieringsvehicel voor een leerstoel Steenconstructies aan de Technische Universiteit in Eindhoven en over de kennisontwikkeling en verspreiding waar de stichting aan werkt via het doen van technisch onderzoek en het verspreiden van aanbevelingen. Tot slot dankte dhr. Van Hal alle contribuanten en participanten (Omnicol, Bekaert, Xella en de Gebroeders Bodegraven) van de stichting voor hun jarenlange bijdrage aan de stichting. 
Na de aftrap nam de secretaris van de Technische Commissie, dhr. R. van Nuvelstijn (TC-secretaris Stichting Stapelbouw) als dagvoorzitter het stokje over en leidde het gezelschap door het middag programma.

  

De inhoudelijke aftrap begon met een doorkijkje in de nieuwe Eurocodes door dhr. R. van der Pluijm (Wienerberger) als voorzitter van de Technische Commissie van de Stichting Stapelbouw (zie presentatie Dhr. R. van der Pluim (pdf)). Dhr. Van der Pluijm blikte terug op het ontstaan van de Eurocodes en de publicatie in 2005/2006 van de circa 58 verschillende delen voor constructies en belastingen. Speciaal voor Stapelbouw zijn de vierdelen (1-1, 1-2, 2 en 3) van de EN-1996 norm van belang met daarbij de nationale bijlagen. Momenteel worden de normen doorontwikkeld. In Europa is afgesproken dat in 2028 alle ‘oude’ Eurocodes vervangen zullen zijn door de nieuwe generatie. Het is nog niet zeker of NEN besluit tot het implementeren van alle ‘nieuwe’ Eurocodes in een keer (big-bang) of dat dit gefaseerd zal worden gedaan. Tot slot werpt dhr. Van der Pluijm de prangende vraag op hoe verdere kennis- en normontwikkeling en (bij)scholing kan gebeuren? Er zijn bijna geen constructieve stapelbouwexperts op WO-niveau. Door de vergrijzing zullen de komende jaren mensen uitstromen en er is eigenlijk geen nieuwe instroom.

            

Dhr. R. Wolfs (TU/E Digital Design and Manufacturing) nam de aanwezigen vervolgens mee met wat er aan de TU/E momenteel met studenten wordt gedaan aan robotisering en 3D-printen. De TU/E beschikt over twee robots van circa 1m hoog die via software (te ontwikkelen door studenten) kunnen worden aangestuurd en zo constructies kunnen stapelen. In deze colleges komen materiaalkennis, design en bouwprocessen samen. 
Vervolgens wordt inzicht gegeven in de ontwikkelingen aan de TU/E ten aanzien van 3D-printen met beton. Hierbij is de stap inmiddels ook echt gezet naar de productie. Er zijn inmiddels een woonhuis (Eindhoven) en een brug (Nijmegen) gebouwd met behulp van deze techniek.
Vanuit de zaal wordt opgemerkt dat de printer en de stapelrobot misschien ook goed samen zouden kunnen werken in relatie tot Stapelbouw. Dit wordt bevestigd door dhr. Wolfs. Vanuit de zaal wordt de vraag gesteld of er ook aan de TU/E gekeken wordt naar het business model (haalbaarheid/schaalbaarheid en bedrijfseconomische uitkomsten) achter deze technieken. Want technieken vragen mogelijk wel om andere business cases dan de huidige bouwmaterialen. Gemeld wordt dat daar ook aandacht voor is. Geconcludeerd wordt dat inmiddels voor een klein aantal heel specifieke markten het 3D-printen ook qua business model goed mee kan met concurrerende producten. Verdere doorontwikkeling zal moeten uitwijzen of dit technieken zijn die breder toegepast zullen gaan worden in de bouw.

Na de presentatie van dhr. Wolfs is er een korte koffiepauze.

Dhr. S. Wijte (Adviesbureau Hageman / TU/E) neemt na de koffiepauze het woord en geeft inzicht in de Ins en Outs van de Technische Commissie en de Stapelbouw Aanbevelingen (zie presentatie Dhr. S. Wijte (pdf)). Dhr. Wijte meldt dat de Eurocodes niet alles dichtregelen en dat er daarom ruimte is om op Nationaal niveau een eigen invulling te geven. Mede hierdoor is het mogelijk om in Nederland een eigen bouwwijze te handhaven. 
De normering loopt hoofdzakelijk via NEN (normen en NPR). Deze normen moet om de zoveel tijd bijgesteld worden omdat de ontwikkelingen in de bouw door gaan. Enkele voorbeelden van ontwikkelingen zijn gewijzigde bouwmethoden (bijv. vloeren met grotere overspanningen, spouwmuren met een houten binnenspouwblad), sustainable gebruik van bouwmaterialen (bijv. buitenbladen met een dikte van 65 mm), ontwerpen waar stabiliteit lastig te waarborgen is (bijv. penanten verticaal wapenen) en behoefte om meer robuust ontwerpen (rekening houden met incidenten).

De Stichting Stapelbouw maakt in aanvulling daarop ten aanzien van onderwerpen waarop er nog een normen zijn, aanbevelingen (prenormatief). Na verloop van tijd, als de aanbevelingen zich in de praktijk hebben bewezen, kunnen deze worden meegenomen in algemeen toepasbare normering.
Vervolgens worden enkele recente onderzoeken aangestipt van de stichting stapelbouw. Er heeft o.a. onderzoek plaatsgevonden naar HSB binnenbladen met metselwerk plaatsgevonden in samenwerking met de NBvT. Dit heeft geleid tot een gezamenlijke Stapelbouw aanbeveling STA.050 waarin aanvullende voorwaarden en rekenregels op de Eurocode reeks zijn geformuleerd.
Ook wordt het voorbeeld aangehaald met betrekking tot het onderzoek naar verticale bewapening van penanten (twee verdiepingen hoog) in kalkzandsteen. De uitkomsten zullen binnenkort uitmonden in een nieuwe Stapelbouw Aanbeveling.

Na de presentatie van Dhr. Wijte krijg mw. T. Siertsema (Bestuursvoorzitter NVTB) het woord. Mevr. Siertsema neemt de aanwezigen mee in de ontwikkelingen die in de markt gaande zijn en die zullen doorwerken in de manier van verwerken en produceren van Stapelbouw producten. Via ontwikkelingen in de wereldmarkt wordt de supply chain breed verstoord. Bijvoorbeeld in Texas ontstond enkele jaren geleden door weersomstandigheden een probleem met de productie van lijmen en andere hulpstoffen die op de wereldmarkt disruptie veroorzaakte. Vervolgens kwam Trump in conflict met Canada wat tot gevolg had dat de houtprijzen (en daarmee ook de palletprijzen in Nederland) fors stegen. Er vond een pandemie plaats die de containervervoer hinderde. Er lag een schip scheef in het Suez kanaal met grote gevolgen voor de Europese markt en tot slot de problemen in Oekraïne die niet alleen tot een enorme inflatie hebben geleid in verband met hoge energie prijzen maar ook in de toelevering van de auto-industrie heeft geleid tot grote problemen (kabelbomen).
Het hier boven staande kan geduid worden als een ‘perfect storm’. Volgens mevr. Siertsema moeten we op de lange termijn rekening houden met voorlopig blijvende factoren, zoals klimaat verandering, krapte op de arbeidsmarkt, circulariteit, emissie loos werken en verdere digitalisering. De gevolgen hiervan zien en we terug in ontwikkelingen op het gebied van losmaakbaarheid, meer tijdelijke bouwwerken, materiaal sparende producten ( slanker en minder zwaar), multifunctionele producten (dragende werking en tegengaan hitte stress), verdere robotificatie, verdere procesinnovatie, etc. etc.
Hierbij kijkt de bouwsector naar de bouwmaterialenindustrie voor innovaties en oplossingen. Naar haar overtuiging is er meer samenwerking gezien de aard en de omvang van de uitdagingen.

Van Hal vraagt wat dit betekent voor de constructieve en andere aspecten van stapelbouw. In termen van losmaakbaarheid, vastgoed versus ‘los’goed, minder materiaalgebruik en robotisering.

Wijte merkt op dat momenteel onder Horizon 2020 een project loopt om te onderzoeken in hoeverre prefab betonnen bouwelementen vrij gemaakt kunnen worden voor hergebruik. Maar je zou ook bij stapelbouwconstructies kunnen nadenken over losmaakbaarheid/demontabel bouwen in relatie tot een goede productieregistratie (bijv. via Madaster) en een marktplaats voor gebruikte bouwmaterialen.

De vraag wordt gesteld of normen gaan helpen of juist innovaties belemmeren. Aangegeven wordt dat de technische normen vooral volgend zijn en pogen vast te leggen wat goed werkt. Daarnaast is er nog altijd ruimte om allerlei ontwikkelingen een nieuwe plek te geven in het gehele assortiment aan normen.

De vraag wordt aan de groep gesteld of verwacht wordt dat de veranderingen die nodig zijn van binnen komen of van buiten zullen komen? En hebben we nog voldoende tijd om het e.e.a. aan te passen. Er ontstaat enige discussie. Denk ook aan de stijging van de zeespiegel.

Opgemerkt wordt dat het belangrijk is dat zittende partijen elkaar beter gaan vinden en in teamwork issues gaan oppakken. De focus is vaak op prijs en snelheid gericht en niet op strategische vraagstukken. Voorwaartse of achterwaartse ketenintegratie zal mogelijk steeds meer plaatsvinden (bouwers die materialen produceren en vice versa). Om de grote slag met robotisering / digitalisering en industrialisatie te maken is het nodig dat bouwmaterialen producenten zich meer de problemen van de bouwers/aannemers aantrekken. Ook is samenwerking nodig en zijn onderlinge afspraken op hoofdlijnen nodig over standaarden, etc.  Een zekere mate van druk of een gevoel van urgentie is onontbeerlijk. Door de hoge prijzen en ook de stikstof crisis komen er bijvoorbeeld ineens wel dingen op gang die voorheen stil stonden. Opgemerkt wordt dat je mogelijk ook al veel kunt doen door slimmere combinaties te maken van materialen. Misschien hoeft niet per se alles helemaal anders. 

Op basis van het bovenstaande is het voor de stichting Stapelbouw van belang om de link met het onderwijsveld te verstevigen. Opgemerkt wordt dat deze link met het onderwijs mogelijk, om Stapelbouw voor studenten aantrekkelijker te maken, verbreed kan worden door naast het constructieve ook te focussen op sustainability of andere ontwikkelingen (robotisering / digitalisering / losmaakbaarheid). Deze onderwerpen passen niet per se in de huidige stapelbouw TC waar mensen zitten met een heel specifieke expertise, maar mogelijk zou de stichting hiervoor andere experts samen kunnen brengen. 

Aan het einde van de middag dankt Van Hal namens het bestuur van Stichting Stapelbouw iedereen voor hun inbreng en aanwezigheid. De middag wordt afgesloten met een borrel.